Lukas Ruijs

PREMIUM

Architect Lukas Ruijs in het door hem opgeknapte Hof van Hersbeek in het centrum van Breda. Links het kunstwerk van Eloi Koreman. In het complex naast de Sint Antoniuskerk wonen mensen zowel begeleid als zelfstandig. © Pix4Profs-Ron Magielse

Dit is de man achter tal van bekende gebouwen in Breda en Oosterhout

BREDA/OOSTERHOUT – Wat hebben de Foodhall, Hof van Hersbeek en Hotel Nassau gemeen? Ze zijn allen ontworpen door de Bredase architect Lukas Ruijs (58), die houdt van open en transparant. ,,Laat de oude gevels en kelders maar zien.”

Geert Nijland 27-08-20, 11:00 Laatste update: 12:18

Ruijs ontvangt zijn bezoek graag in de fraaie stijlkamer van het uit 1791 stammende monumentale pand De Olyton aan de Boschstraat in Breda.

,,Kijk naar de wandschilderingen. Typische Brabantse taferelen. Ik denk dat ze van origine niet hier zijn aangebracht, maar dat ze van elders komen. Mooi is het wel. Ja inderdaad, het zand en de boerderijtjes doen denken aan de sfeer van de tentoonstelling De Heks van Dongen die in het Stedelijk Museum te zien was’’, zegt de geboren Hagenees met een licht Brabants accent.

Je leeft behoorlijk anoniem in zo’n grote stad als Londen. Hier in Breda heb ik een sociaal netwerk waar ik altijd op terug kan vallen. Het is mijn stad geworden

Lukas Ruijs groeide op in Ulvenhout, maar heeft zijn hart verpand aan Breda.

,,Na mijn studie bouwkunde aan de TU in Delft heb ik een jaar in Londen gewoond en gewerkt. Daar bewaar ik hele goede herinneringen aan, maar ik was ook blij om weer terug te zijn in Breda. Je leeft behoorlijk anoniem in zo’n grote stad als Londen. Hier in Breda heb ik een sociaal netwerk waar ik altijd op terug kan vallen. Het is mijn stad geworden.’’

Paard en wagen

Dat Breda de stad van Lukas Ruijs is, blijkt meteen al aan de grote tafel in de stijlkamer van De Olyton. Hij weet alles van het pand waarin zijn kantoor C5 Architecten is gehuisvest.

,,Het is gebouwd als woon- en werkhuis. Hier door de poort naast het woongedeelte werd met paard en wagen vlas aangevoerd waarvan olie werd gemaakt. De mensen gebruikten de olie onder andere voor het maken van verf en als brandstof voor lampen. Achter het woongedeelte zat het pakhuis. Bij de verbouwing hebben we het waardevolle zoveel mogelijk in tact gehouden.”

Oude panden hebben een ziel

Ruijs: ,,Dat wat mooi is maar verborgen zat, hebben we zichtbaar gemaakt. Daar houd ik van. Dit pand bestaat al zo lang en is daardoor duurzaam. Het heeft veel bestemmingen gehad. Het is ook een klooster met kapel geweest en lange tijd was er een afdeling van de gemeente in gehuisvest. Oude panden hebben een ziel en die moet je koesteren. Daar moet je bij een restauratie, transformatie of verbouwing rekening mee houden.’’

De ziel van de stad… Of beter nog: de ziel van de locatie. De ziel is een kernbegrip voor Ruijs. Hij ‘luistert’ naar de historie en situering van een pand of locatie.

We wilden de mensen vanuit de Foodhall licht en ruimte geven, mooie doorkijk­jes. Een doorkijkje naar de Grote Kerk bijvoor­beeld.

,,Neem de Foodhall aan de Reigerstraat. Daar zat vroeger de Casino-bioscoop. Geen mens realiseerde zich dat het zalencomplex van de Reigerstraat doorliep naar de Schoolstraat. Allemaal besloten ruimtes die schreeuwden om het licht te zien. Ik was zo blij met deze opdracht. Niet een donkere winkel, maar een foodhall waar mensen in een prettige sfeer een hapje kunnen eten.”

De Foodhall in Breda tijdens de opening in april vorig jaar. © Pix4Profs/René Schotanus

,,We wilden de mensen licht en ruimte geven, mooie doorkijkjes. Een doorkijkje naar de Grote Kerk bijvoorbeeld. Zo’n mooie locatie midden in de stad. Dan moet je de Grote Kerk zien. En de volgebouwde binnenruimtes hebben we opengebroken om er binnenplaatsjes van te maken.’’

Verborgen

Is dat wat Lukas Ruijs wil? Bredanaars de verborgen plekjes van de stad laten zien?

,,Zo zou je het kunnen zeggen ja. Ik laat de mensen graag de gelaagdheid van de geschiedenis zien, afpellen wat verborgen zit. Laten we naar de Hof van Hersbeek lopen. Dan laat ik je zien wat ik bedoel.’’

Lopend naar de Sint Janstraat gaat het gesprek verder. Wat vindt Ruijs van de ontwikkelingen aan de Vlaszak? Een locatie die lang het aanzien niet waard was.

,,Ik vind het zeer geslaagd, al had ik zelf wel meer aandacht aan het dakenlandschap gegeven. Die schoorstenen daar boven de nieuwbouw, dat is toch een allegaartje. Ik vind het dak net zo belangrijk als het gedeelte eronder’’, zegt hij lachend.

Ik vind de Vlaszak zeer geslaagd, al had ik wel meer aandacht aan het dakenland­schap gegeven. Die schoorste­nen boven de nieuwbouw, dat is een allegaar­tje

In de Hof van Hersbeek, mooi gelegen naast de Sint-Antoniuskerk, komt Ruijs echt in zijn element.

,,Kijk, dit is een oude gevel van een hofhuis uit circa 1530. Hij was onzichtbaar gemaakt, maar na het verwijderen van het grijze stucwerk konden we de originele muur weer laten zien en zagen we veel bouwsporen uit verschillende tijdslagen. Het natuurstenen kruisvenster is uit de zestiende eeuw. Ik was blij verrast toen dit allemaal zo intact tevoorschijn kwam.’’


Bij de werkzaamheden in de Hof van Hersbeek kwam achter het pleisterwerk op de muur rechts een origineel dichtgemetseld kruisvenster uit 1530 tevoorschijn. ‘Ik laat de mensen graag zien wat verborgen zit.’ © Pix4Profs-Ron Magielse

Kunstenaars

Op het terrasje van lunchroom Tante Betsie, onder een meer dan honderd jaar oude boom, vertelt Ruijs hoe belangrijk de Hof van Hersbeek in zijn carrière is geweest.

,,De plek is bijzonder omdat het een combinatie is van restaureren van bestaande panden en het inpassen van nieuwbouw. Ik heb in dit project opgetrokken met ruimtelijk vormgever en kunstenaar Eloi Koreman. Ik betrek creatieve mensen graag bij mijn projecten. De wisselwerking tussen bouwers en kunstenaars levert vaak iets moois op. Dit kunstwerk heet De Regenmeter en is van hem. Verduurzaming en bewustwording is een belangrijk aspect van mijn werk. Het regenwater wordt van de daken naar deze waterput geleid. Het water drukt de tekst Hemel Water Zoekt De Zee omhoog’’, zegt Ruijs.

Ruijs is een rasoptimist, zo zegt hij. Maar hij is de financiële crisis niet vergeten.

Nog in de crisistijd kon ik aan de slag met Hotel Nassau. Dat was echt een grote uitdaging. Het oude klooster­com­plex verkeerde in slechte staat.

,,Ik hoop dat zo’n periode nu uitblijft. Mijn beroep is nu eenmaal conjuctuurgevoelig. In de slechte tijd, een jaar of zeven geleden, ben ik hier in de oude pastorie lunchroom De Stadskamer begonnen met mensen die een afstand tot de arbeidsmarkt hebben. Zo kon ik bezig zijn en maatschappelijk betrokken blijven. Nu heet het Tante Betsie. Ik moest ermee stoppen, omdat ik het als architect weer druk kreeg.”

De kapel van het voormalige klooster aan de Nieuwstraat in Breda, nu Hotel Nassau. © Hotel Nassau Breda

,,Nog in de crisistijd kon ik aan de slag met Hotel Nassau. Dat was echt een grote uitdaging. Het oude kloostercomplex aan de Nieuwstraat verkeerde in slechte staat. Ik ben blij met het resultaat. Het gebouw met de historische kapel is nu semi-openbaar in plaats van besloten. Iedereen kan ervan genieten.’’

Zusters Benedictinessen

Ligt er alweer een nieuwe uitdaging op zijn pad?

,,Jazeker. In Oosterhout ga ik het klooster van de zusters Benedictinessen in de Heilige Driehoek deels verbouwen. Dat is een speciaal project voor mij. Mijn ouders leven nog en mijn vader heeft in de jaren zeventig en tachtig als architect ook zijn stempel gedrukt op dit kloostercomplex. Hij werkte volgens de Bossche school. Ik ga er op mijn eigen manier iets van maken en er een eigentijdse laag aan toevoegen. De zusters gaan in de helft van het klooster wonen en werken, de andere helft krijgt een invulling voor begeleid wonen. Net zoals bij de Hof van Hersbeek.’’

Maar zijn eigen stad Breda zal Ruijs niet snel loslaten.

,,Nee, zeker niet. Het is een bijzondere stad met veel potentie. Het is een een hele goede zet geweest om het water terug te brengen in De Haven. Mooi dat het water straks wordt doorgetrokken naar de singel. Vanuit de lucht valt op hoe groen en waterrijk de stad is.”

Breda is geen stad voor hele hoge woontorens. Daar zijn industrie­ste­den als Tilburg en Eindhoven meer geschikt voor

,,Breda is een historische stad, net als Bergen op Zoom en Den Bosch. Dat karakter moet je vasthouden en laten zien. Je kunt wel hoogteaccenten aanbrengen in het silhouet van de stad, maar Breda is geen stad voor hele hoge woontorens. Daar zijn industriesteden als Tilburg en Eindhoven meer geschikt voor. De ziel van een stad zit hem in de bewoners, maar zeker ook in de ontstaansgeschiedenis en het erfgoed van de stad.’’

Hotel Nassau ten tijde van de opening in 2017. © Hotel Nassau Breda


De Onze Lieve Vrouwe abdij in Oosterhout ondergaat binnenkort een verbouwing. Zuster Lydia (links) en zuster Martha bekijken de plek waar een eetzaal aan de huidige bebouwing wordt gezet. © Pix4Profs-Ron Magielse